De Marechausseekazerne - 1929

In 1929 waren er bouwplannen om een Marechausseekazerne te bouwen aan de Burg.Falkenaweg (zuidelijke richting), want de toenmalige locatie aan de Fok voldeed niet meer aan de eisen. In 1933 kwam het gebouw gereed en werd verhuurd aan het Rijk. Het gebouw werd 30 meter lang en 15 meter diep. Het werd gebouwd op grasland waarvoor de sloten moesten worden gedempt. Het gebouw bezat 15 rookkanalen, vier schoorstenen, drie beerputten en wel 10 slaapkamers(ook aparte slaapkamers voor ongehuwde mannen), twee cellen en een tuigkamer(waar het tuig van de paarden, zadels opgeborgen werden). Buiten kwamen er 8 paardenstallen en het geheel werd met 60 palen en 400 meter prikkeldraad aan de achterkant afgebakend. Aan de voorzijde werden met bloembakken en tegels het gezicht verfraaid. Het pand bestaat nog steeds en is te vinden op de hoek Burg.Falkenaweg 98/Oude Molenweg en heeft de functie van woonhuizen. De voormalige paardenstallen zijn in 2020-2021 omgebouwd tot een drietal appartementen.

Herinneringen van John Peereboom

sample imageIk ben Jan Peereboom geb 12 Nov.1929 en woonde in mijn vroegere jeugd op de Gedempte Molenwijk 86 waar mijn vader stierf op 6 Dec.1941 (geb.19 Mei 1893) Ik heb in mijn bezit een foto van de Marechausseekazerne waar mijn vader de bouwkundige opzichter was. We woonden naast Bertus Koopmans, koster van de Gereformeerde kerk en die ook verkoper was bij Van der Kam. Ik woon nu in Victoria BC Canada. Wij verhuisden in 1947 naar Leeuwarden en in 1952 emigreerde ik naar Calgary Alberta Canada en verhuizde in 1961 naar Victoria als Bouwkundig tekenaar en ontwerper bij de BC regering. Gedurende oorlog hadden we joden en de laatste 8 maanden van de oorlog hadden we 3 Amerikanen in huis die ergens in Mildam met parachute neerkwamen. Hopelijk tot schrijfs. John Peereboom.

Herinneringen van Lies Smit-de Jonge

sample imageVroeger had je twee politiekorpsen in Heerenveen: de gemeentepolitie (waarvan het hoofd De Lange heette en op de Burg. Falkenaweg woonde) en de Rijkspolitie, ze hadden niets met elkaar te maken, maar bij grote evenementen wanneer er veel verkeersdrukte verwacht werd (voetbalwedstrijden, TT-Assen enzovoort) werd de Rijkspolitie wel eens ingezet. De Rijkspolitie was in de jaren ’50 in de kazerne gevestigd. Er achter was een garage met één of enkele politieauto’s. Op de zolder stond een tennistafel waar de jongens uit de buurt altijd mochten tafeltennissen. Er werden ook buurtcompetities gehouden. De Rijkspolitie was in de kazerne onderverdeeld in administratie en verkeerspolitie. De heren Buurmeijer (rechercheur), Schoenmaker (rechercheur, woonde tegenover de kazerne) Schleiffer (de juiste spelling weten we niet, kan ook Sleifer zijn), Westra, Lycklama, Iliohan, de Vries en de Jonge (mijn vader) werkten er, evenals “de majoor” Bijl de Vroe. (Mijn vader ging altijd vissen met “Bijl de Vroe” in Tacozijl.)

Mijn vader (eerst “opper” daarna adjudant) was bureauchef van de afd. administratie. Er was bij de administratie ook een rechercheur Van der Sluis, hij was de schoonvader van Cor Blauw, voetballer van “Heerenveen”. Zijn zoon Siert is later voetbaltrainer bij “Heerenveen” geworden. Tegenover ons woonde Tieme Veenstra, keeper van “Heerenveen”, hij speelde in het team van Abe Lenstra. Abe Lenstra werkte als gemeente-ambtenaar en heeft mij destijds vlak na m’n geboorte bijgeschreven in het trouwboekje van mijn ouders, wij woonden toen op de Eeltje Halbertsmastraat 58 (geloof ik) en onze buren heetten Koch. De heer Paulusma (geboren rond 1900) was rechercheur en hoofd van de afdeling verkeerspolitie. Daar was ook een majoor van Dijk (?). De jongens uit de buurt wisten heel goed het onderscheid tussen de Rijkspolitie en de Gemeentepolitie. De laatste waren de echte veldwachters, de ordebewaarders. Als er ergens op verboden terrein gevoetbald werd traden zij hiertegen op.

Zij liepen samen de Juliana wandeltocht

sample imageEen triest voorval was dat een van de zoons van de fam. Westra , Eddie, een keer ging douchen in de kazerne en daar omgekomen is door koolmonoxide vanwege een slechte ventilatie. Mijn broer Willy herinnert zich hem als een grote knul. Hij zat wel eens bij hem achterop als ze naar het zwembad gingen en dan dacht hij: goh wat een lange rug! Zoon Jan is later naar Den Haag gegaan. Er was ook een drama rond het zoontje van de fam. Schleiffer, hij is verdronken in de sloot aan het eind van de Eeltje Halbertsmastraat. Een paar jaar later is er een ander jongetje verdronken in de Kempenaersingel, ik kan me dat nog goed herinneren, veel mensen waren op de been, iedereen was geschokt en dat ze onder een boot aan het dreggen waren. Het oude gedeelte van de Eeltje Halbertsmastraat is in de oorlog gebouwd, de huizen waren niet van hele goede kwaliteit. Het gedeelte dat “Het Lager” werd genoemd woonden allemaal Rijkspolitiemensen.

De kinderen van de politiemensen speelden allemaal met elkaar. Mijn broer kon zich nog twee namen herinneren van de drie zoons van dhr.Iliohan: Peter, Boetoe (bijnaam, echte naam was Gert Jan) en Eddy. Het vierde kind was een dochtertje. De fam.Iliohan woonde in het huis waar voorheen de fam. Batstra woonde). VIOS was de voetbalclub uit de buurt. De doelpalen op het voetbalveld waren dennenboomstammen. Op het veld is later de van Halschool gebouwd. Er waren 1 x per jaar buurtfeesten waar spelletjes werden gedaan zoals zaklopen en elkaar van de paal afslaan met een kous gevuld met stro. Achter die Kempenaersingel begonnen de weilanden, die ’s winters vaak onderliepen, dan kon je daar bij vorst goed schaatsen. Mijn broer denkt dat het ‘t eerste slootje ervoor was. Aan het eind van de E.Halbertsmastraat was een slootje. Peter Iliohan en Willy de Jonge gingen vaak naar Oranjewoud. Ooit hebben ze in een boom gekerfd:“wij zijn natuuronderzoekers” het staat er nog steeds in. Zij liepen samen de Juliana wandeltocht.

De film "Rock around de clock" draaide in De Witte

sample imageDit voorval is door mijn broer Willy de Jonge verteld; Commissaris De Lange heeft Willem Duysenberg nog eens een paar tikken verkocht: De film Rock around de clock draaide in De Witte. De jeugd was zo enthousiast, dat ze na afloop op de Dracht op het trottoir stonden te dansen. In die tijd was men niets gewend en ineens kwam de politie er aan: ze reden met hun auto’s over de stoep om de jeugd uit elkaar te jagen. Willem Duysenberg stond naar de dansende jeugd te kijken met wat vrienden, voor Boekhandel Brouwer. De zoon van Brouwer was er ook bij. Toen de politiewagens op hen afkwamen zijn ze de steeg in gerend. Daar heeft Willem Duysenberg een paar flinke tikken gekregen, terwijl hij alleen maar toeschouwer was. Duysenberg heeft hierover nog een ingezonden stukje naar de krant gestuurd, waarschijnlijk de Heerenveense Courant of de Friesche Koerier. Ingezonden door Lies Smit-de Jonge